Tuinverlichting op zonne-energie – De schemerschakelaar
Algemeen
Bij tuinverlichting op zonne-energie heb je een sensor nodig die de verlichting inschakelt als het donker wordt. Dat doet een schemerschakelaar. Dit gebeurt – zoals de naam het al zegt – bij ochtend- en avondschemering, dus het apparaat reageert op lichthoeveelheid.
Maar je kunt ook een bewegingsmelder gebruiken. Deze gaat schakelt de lampen alleen aan, als er beweging is. Je hebt dan genoeg aan een kleiner zonnepaneel en een kleine accu.
Installatie schemerschakelaar
Er is één kant-en-klare schemersensor op internet te koop die op 12 volt werkt: de Kemo M122. Deze heeft vijf aansluitdraden:
aansluiten schemerschakelaar (rood = pluskabel, blauw = minkabel)
Het apparaat heeft zelf stroom nodig om te kunnen werken. Daarvoor dienen de twee meest linkse kabels. Er staat een plus- en minteken aangegeven op het kastje. De andere drie kabels worden gebruikt voor het schakelen. De middelste van de drie is het relais (paars op de afbeelding hierboven). Deze switcht tussen de kabels ernaast. In de normale situatie, overdag, zal de switch altijd de rechter kabel raken; daar staat overdag dus altijd stroom op. Zodra het donker wordt, schakelt het relais om en krijgt de blauwe kabel er links naast stroom. Als je daar de lampen op aansluit, zullen ze dus gaan branden als het donker wordt.
Het switchen gebeurt dus met de rechter drie kabels. De minkabel wordt geswitcht. Hieronder staat duidelijk aangegeven hoe dat werkt:
Schakelen
In het voorbeeld hieronder wordt de min kabel gebruikt om te schakelen. De pluskabel van de accu én de lampen zijn altijd aan elkaar aangesloten. Overdag staat het relais naar rechts geschakeld. De lampen zullen dan niet branden, als je de min kabel niet op de rechter kabel van de schemerschakelaar aansluit. Als het donker wordt, schakelt het relais naar links. Er komt stroom te staan op de kabel naast het relais en de lampen gaan aan.
Hieronder de werking in beeld:
Het relais staat ‘uit’; er staat stroom op de minkabel Het relais staat ‘aan’; er staat stroom op de
waar niets op is aangesloten. minkabel die aangesloten is op de lampen.
Het stroomcircuit is ‘open’ en de lamp brandt niet. Het stroomcircuit is ‘gesloten’ en de lamp gaat branden.
Dit is het officiële aansluitschema:
Benodigdheden
De schemerschakelaar mag niet in de openlucht liggen. De aansluitingen kunnen door vocht en regen corroderen en er is kans op kortsluiting.
– Koop een modulebehuizing. Daardoor blijft de sensor droog. Kijk goed of het deksel transparant is. Als dat niet doorzichtig zou zijn, zal de sensor continu in het donker zitten en dus ‘aan’ blijven. Let op de juiste afmetingen!
– Koop een kabelschroefstuk en een contramoer. Hiermee kun je de ingaande kabels netjes afwerken. Sla met een hamer op de kop van een schroevendraaier die op een van de voorgemaakte openingen van de modulebehuizing staat. Daardoor open je een gat en past het kabelschroefstuk erin. Met de contramoer maak je het kabelschroefstuk vast aan de behuizing.
Kijk bij de behuizing welke grootte schroefstukken erin passen. Bij onderstaand type past bijvoorbeeld een schroefstuk van M16 en M20.
De behuizing Het kabelschroefstuk De contramoer