Verlichting op zonne-energie – Kabels
Welke kabels heb je nodig en hoe sluit je ze veilig aan?
De kabels zijn nodig om de stroom te kunnen transporteren. De stroom uit het zonnepaneel transporteer je met een solarkabel. Tussen de laadregelaar en de accu gebruik je een accukabel. Je hebt een accukabel nodig, die ook al eerder genoemd is bij de pagina over de accu. Vanaf de accu naar de schemersensor en verlichting heb je ook een kabel nodig.
Veel kabels kun je kant-en-klaar met aansluitingen kopen, dat is wel zo makkelijk en veilig. Maar soms zul je zelf een bepaalde aansluiting moeten maken. Hoe je dat veilig kunt doen, lees je op deze pagina.
Deze kabels heb je nodig:
- van zonnepaneel naar laadregelaar
- van laadregelaar naar accu
- van accu naar verlichting
Solarkabel tussen zonnepaneel en laadregelaar
Vanaf het zonnepaneel tot de laadregelaar heb je een stevige kabel nodig die tegen alle weersomstandigheden kan. Daarvoor zijn solarkabels erg geschikt. Deze zijn ook vlambestendig, UV- en ozonbestendig en kunnen goed tegen lage en hoge temperaturen (-40°C tot 90°C).
Solarkabels worden meestal per enkele ader verkocht, dus als minkabel en pluskabel. Tussen het zonnepaneel en de laadregelaar is er niets dat de stroomkring kan onderbreken. Zonnepanelen blijven doorgaan met stroom produceren zolang er licht op het paneel valt. Daarom is het verstandig twee losse aders te gebruiken, zodat er niet zo makkelijk kortsluiting kan ontstaan als een ader beschadigd raakt.
Solarkabels zijn erg stevig en kun je niet makkelijk kapot krijgen. Toch is het wel belangrijk de kabels goed weg te werken. Zorg er in ieder geval voor dat aansluitingen niet in het water kunnen komen te liggen.
Om kabels aan elkaar te sluiten, heb je in veel gevallen solar connectors nodig. Dit zijn zogeheten MC4 stekkers. Bij sommige zonnepanelen is al een stukje kabel aangesloten met een MC4 stekker. Om deze stekker aan de kabel te kunnen aansluiten heb je speciaal gereedschap nodig, dat zeer kostbaar is om aan te schaffen. Daarom kun je ook op zoek naar kant-en-klare kabels waar de connectors al op aangesloten zijn. Hieronder vind je voorbeelden. Onderaan de pagina staat uitleg over kabeldiktes.

Dit product is kant-en-klaar verkrijgbaar in de lengtes 1 m tot 20 m.
Ook te koop in 2 x 6 mm² dikte.
Accukabel tussen laadregelaar en accu
Tussen de laadregelaar en de accu kun je kant-en-klare accukabels kopen. Daaraan is ook een zekering gemonteerd. De kabel kun je direct en makkelijk koppelen aan de laadregelaar en de accu.
Let op: accu’s kunnen verschillende aansluitingen hebben. Lees voorbeelden op de pagina accu.
Op welke manier je kabels moet aansluiten op de laadregelaar is te lezen op: de laadregelaar.
Buitenkabel tussen de accu en de lampen
Vanaf de accu tot de verlichting kun je eenvoudigere kabels gebruiken. In de laadregelaar, bij de accu en aan het begin van de lampen bevinden zich zekeringen die ingrijpen als het ergens gaat knetteren. Gelukkig werk je met lage spanning (12 volt). Dat is erg veilig, dus vergeleken met 230 volt hoef je de kabels niet per se heel diep de grond in te graven.
Kijk wel goed of de kabel geschikt is om buiten te gebruiken. Dat kun je zien in de beschrijving van het product, of in de gebruiksaanwijzing die je meestal kunt dwonloaden voordat je het product koopt. Veel handleidingen zijn geschreven in het Duits, let dan op de woorden “im Freien”, wat in de openlucht betekent.

Welke kabeldikte heb je nodig?
Je kunt niet zomaar elke kabel aansluiten. Hoe dik de kabel moet zijn hangt af van de lengte en het vermogen dat erdoor gaat. Hiervoor zijn ingewikkelde formules, maar je kunt ook kijken in de tabel hieronder. Als er teveel stroom door een te dunne kabel loopt, kan hij te warm worden en in extreme situaties zelfs gaan branden. Een kabel die te lang en te dun is, verliest veel spanning. Dit heeft te maken met de natuurkundige Wet van Ohm. Als stroom door een kabel loopt ondervindt het weerstand. De weerstand neemt toe als de kabel te dun is, of als de kabel een beschadiging heeft. Soms kan daardoor het spanningsverlies zelfs zo groot zijn, dat lampen vele meters verderop nog maar heel zwak branden.
Een voorbeeld: Als je een zonnepaneel van 30 Watt hebt en je wil hem bekabelen tot de laadregelaar, zul je voor 15 meter minstens 1,5 mm² nodig hebben. Echter van de accu tot de lampjes, die maar heel weinig verbruiken, is een minder dikke kabel al genoeg.
vermogen zonnepaneel | 10 meter kabel | 30 meter kabel | 50 meter kabel |
---|---|---|---|
10 Watt | 0,75 mm² | 1,5 mm² | 2,5 mm² |
30 Watt | 1,5 mm² | 2,5 mm² | 4 mm² |
50 Watt | 2,5 mm² | 4 mm² | 6 mm² |
100 Watt | 4 mm² | 10 mm² | 16 mm² |
Installatie: hoe kun je kabels veilig aansluiten?
Kabels zijn geïsoleerd. Het stuk plastic of rubber rond de kabel noem je de isolatie. Je moet deze isolatie eraf ‘strippen‘, zodat de geleider (vaak van koper) tevoorschijn komt. Die moet aangesloten worden aan het zonnepaneel, de laadregelaar en aan de verlichting. De geleider kan stug zijn of flexibel (een litze). De kabels kun je strippen met speciaal gereedschap, maar voorzichtig met een mesje moet het ook nog wel lukken. Let wel op dat je de kabel niet beschadigt daar waar je snijdt.
Veel mensen zijn bekend met het kroonsteentje om kabels aan elkaar te koppelen. Maar let op! Door een slechte verbinding van kabels in kroonsteentjes kunnen er storingen of in het ergste geval zelfs brand ontstaan. Hoe sluit je kabels dan wel goed en veilig aan?
Naast kroonsteentjes zijn lasklemmen vaak een betere manier om kabels aan elkaar te verbinden. Dat heeft te maken met de soepelheid van de kabel. Een soepele kabel waar de ader bestaat uit dunne draadjes, is meestal niet veilig te verbinden met kroonsteentjes. Sommige types lasklemmen zijn wel geschikt voor dit soort kabels. Op de site van Conrad staat een duidelijke uitleg hierover: lees het artikel

Adereindhuls: kabels stevig en veilig verbinden
Soms zul je adereindhulzen moeten gebruiken om kabels veilig aan te kunnen verbinden. Hiermee kun je een soepel kabel met dunne fijne koperdraadjes verstevigen. Zo kun je de kabel veilig aansluiten aan bijvoorbeeld de laadregelaar. Bij kant-en-klare accukabels die je kunt kopen, kun je de adereindhuls zien zitten.
Bij schroefaansluitingen om kabels te verbinden, zoals bij kroonsteentjes en laadregelaars, moet je eerst een adereindhuls aansluiten aan de kabel voordat je deze verbindt aan een kroonsteentje of laadregelaar. Deze dunne draadjes in de ader zijn snel breekbaar. Door de sterke schroef die de kabels vasthoudt, kunnen deze draadjes gaan rafelen (afbreken). Daardoor zal de stroom door een steeds dunnere ader gaan lopen. Dat veroorzaakt een hoge weerstand (warmte) en uiteindelijk zelfs brand. Dat wil je niet!
Bekijk dit filmpje over het veilig aansluiten van kabels en adereindhulzen. Het is Duitstalig, maar de beelden maken genoeg duidelijk!
In het filmpje zie je het apparaat waarmee je de hulzen kunt vastmaken aan de kabel. Deze krimptang speciaal voor adereindhulzen kost ongeveer € 100. Best prijzig, maar absoluut noodzakelijk om zelf een veilige verbinding te maken tussen de kabels!
Bekijk ook het assortiment adereindhulzen op Conrad.nl. Ze zijn verkrijgbaar met gedeeltelijke isolatie (zie video) en zonder.


Solar connectors (MC4-connectors)
Bij sommige zonnepanelen zijn standaard MC4-connectors al gemonteerd op de kabel. In dat geval heb je een kabel nodig waar een MC4 stekker aan zit, zodat je die kunt aansluiten op het zonnepaneel.
Het kan best lastig zijn deze verbindingen op de kabel te monteren, zeker als je er geen ervaring mee hebt. Je hebt speciaal gereedschap nodig dat honderden euro’s kost. Er is ook imitatie te koop, maar dat schijnt moeilijker te maken en niet altijd direct een optimale verbinding te creëren. Neem geen onnodige risico’s en bespaar geld, door op zoek te gaan naar een webshop waar je kant-en-klare solarkabels met MC-connectors kunt kopen.


Let op: ontkoppel nooit de verbinding als er stroom op staat. Dat geeft risico op brand en een elektrische schok. Zorg ervoor dat er geen licht op het zonnepaneel kan vallen, of wacht bijvoorbeeld tot de schemering.